Vrijwilligers met elkaar in gesprek: “Ik voel me nuttig hier”
5 september 2024
Ester Bertholet (52) en Lieke Timmermans (51) werden vrijwilliger bij onze opvanglocaties. Ester deed dat zo’n 30 jaar geleden, Lieke in 2020. Wat dreef hen? En wat zijn de verschillen in het vrijwilligerswerk toen en nu? Aan de tuintafel in de achtertuin bij de Sleep Inn gaan de oud-vrijwilliger en huidige vrijwilliger met elkaar in gesprek.Onbevooroordeeld
Ester: “Ik begon hier in mijn studententijd. Ik wilde Tropisch Landgebruik studeren en werd hier vrijwilliger omdat ik wat nuttigs wilde doen. Toen dacht ik: oh, wat is dit leuk, misschien moet ik niet iets met planten maar iets met mensen gaan doen. Ik switchte naar geneeskunde en nu ben ik ouderenarts. Zo heeft dit vrijwilligerswerk eigenlijk mijn carrière veroorzaakt. Dat ik nog zo jong was, 19 of 20, werkte goed denk ik. Ik was vooral onbevooroordeeld, het klikte met de mensen hier.”
Contact maken
Lieke: “Mijn beeld van dakloze mensen is niet veranderd, behalve dat ik ze nu altijd begroet. Dat deed ik vroeger niet altijd, uit angst dat ze dan iets van me wilden. Maar daarmee maak je geen contact, genegeerd worden is erger dan een nee krijgen. Het zijn allemaal mensen met een eigen verhaal. Ik werk ook als vrijwilliger bij de Stadsbrug, daar kook ik dan ’s avonds voor de gasten. Na het eten blijven mensen weleens hangen, dan vertellen ze me soms hun verhaal.”
Ester: “Toen ik hier werkte, praatte ik veel met een huisarts die hier terecht was gekomen na een misgelopen huwelijk. Hij kreeg het gewoon even niet meer voor elkaar en kwam steeds meer in de problemen. Ik dacht: wij zijn gewoon hetzelfde. Heel indrukwekkend vond ik dat. Je kan een mooi huis, werk en een gezin hebben, maar iedereen kan een afslag missen. Dat lijntje is heel dun.”
Niemand kiest hiervoor. Het voelt daarom goed om deze plek zo gezellig mogelijk te maken.
Lieke Timmermans
Vrijwilliger bij de Sleep InnIn de wachtstand
Ester: “In mijn tijd was de sfeer soms best agressief. Toen mocht je natuurlijk nog binnen roken, en af en toe zat daar wat anders tussen, dat kon je gewoon niet tegenhouden. We vonden altijd zilverpapiertjes. Dat deed wat met de sfeer, je had vaak een groepje opgefokte jongens die onder invloed waren. Hoe is dat nu?”
Lieke: “Dat is wat minder nu. Sinds ik hier ben, is de doelgroep ook weer net iets veranderd, is mijn ervaring. Er komen steeds meer mensen die wel een baan hebben, maar geen huis. Die willen ’s ochtends ontbijten en dan zo snel mogelijk naar hun werk. Daardoor is het wat minder heftig geworden, er is minder onaangepast gedrag.”
Ester: “Destijds kookten we ook niet voor de mensen trouwens, het was echt alleen nachtopvang. Als je er een dagopvang van maakt, dan stimuleer je het alleen maar, was toen de gedachte. Alsof mensen die hier zijn bewust kiezen voor dit leven.”
Lieke: “Inderdaad. Je hebt weinig privacy en je moet aan mij vragen of je een boterham mag. Ze leven in de wachtstand, niemand kiest hiervoor. Het voelt daarom goed om deze plek zo gezellig mogelijk te maken voor de mensen.”
Meteen een klik
Lieke: “Ik had dat ook, het klikte eigenlijk meteen toen ik hier begon. Ik voel me hier heel erg thuis. Ik woon in de binnenstad en kom vaak dak- en thuislozen tegen. Dit zijn ook mijn buren, dacht ik, die wil ik beter leren kennen. Zo kwam ik terecht bij de Sleep Inn, begin coronatijd was het. Het is heel leuk, ik schenk koffie, regel het ontbijt en probeer het gezellig te maken voor de mensen. Ik voel me nuttig hier.”
We zijn trots dat zoveel mensen een belangrijke bijdrage leveren aan ons werk. Op verschillende manieren maken zij het leven van kwetsbare Utrechters een stukje beter. Door te koken in de opvang, mensen te helpen met hun financiën of als maatje voor een (ex-)dakloos persoon of iemand met een LHBTIQ+-achtergrond.
Lees hier meer over vrijwilligerswerk bij de Tussenvoorziening