Ambulant thuiswerken
16 april 2020
Nicole is individueel begeleider bij Housing First Utrecht. Cliënten krijgen eerst een eigen woning. Vanuit daar werken we langzaam toe naar herstel. In haar blog schrijft Nicole over haar werk.“Als ambulant begeleider wil ik zo min mogelijk achter de computer zitten. Want als ik achter mijn computer zit, betekent dit dat ik niet bij mijn cliënten ben. Ineens lijkt het alsof ik in een film zit en ligt mijn werkende en sociale leven een soort van plat. Per cliënt moet ik afwegen of huisbezoek nodig is of dat een andere vorm van contact voldoende is. Jeetje, dat is nogal een aanpassing. Ik krijg het benauwd van het idee om de hele dag thuis te zijn. In mijn eentje achter een laptop. Ik probeer snel om te schakelen en te bedenken hoe ik voor mijn cliënten kan blijven zorgen. Eerst maar eens een rondje bellen. Net als in de tijd voor Corona nemen er nu een hoop cliënten niet op. Gelukkig heb ik nu de tijd om ze de hele dag te blijven bellen.
En zo heb ik toch op de eerste thuiswerkdag bijna al mijn cliënten gesproken. Ik breng ze op de hoogte van de situatie en leg ze uit dat ons contact voornamelijk via de telefoon zal zijn de komende tijd. Er wordt verschillend gereageerd, de één snapt het en vindt het goed wat we doen, de ander vindt het maar overdreven. En die cliënten probeer ik dan extra goed uit te leggen wat er aan de hand is. Ook probeer ik hen de ernst van de situatie te laten inzien.
De eerste week voelde het nog wat onwennig om cliënten via video calls te spreken in plaats van bij ze langsgaan. Op mijn gevoel inschattingen maken en lichaamstaal in te zetten tijdens gesprekken. Maar gek genoeg, ook dat went. Gesprekken worden steeds langer. We praten ook over koetjes en kalfjes en maken grapjes. Ook blijf ik op de hoogte van hoe de cliënten vinden dat het met ze gaat. Als ik een cliënt niet te pakken krijg en me zorgen maak, stap ik op mijn fiets en ga ik even langs. Uiteraard houd ik daarbij wel anderhalve meter afstand.
Mijn collega’s van Housing First zijn ook druk bezig om bedenken hoe wij onze cliënten in deze tijd extra kunnen steunen. Zo hebben we met het team een foto gemaakt en deze verstuurd naar cliënten. Ook hebben we ons eigen ‘coronajournaal’ gemaakt. Daarin leggen we in duidelijke taal uit wat wel en niet mag. Bijvoorbeeld niet hangen op een pleintje, en voldoende afstand houden.
We proberen er met z’n allen het beste van te maken en iedereen zet zich in. Maar toch… Wat kijk ik uit naar het moment dat ik weer door Utrecht kan fietsen en ‘gewoon’ bij mijn cliënten op de bank kan zitten. Tot die tijd ga ik alleen langs bij cliënten bij wie huisbezoek nodig is. Ook bel ik mij een ongeluk, ben ik op de hoogte van alle verschillende conference call mogelijkheden en zijn mijn dossiers straks helemaal op orde…”