Jora Wolterink over ontwikkelingen in schuldhulpverlening
6 augustus 2021
Jora: "In juni 2021 vierde ik mijn tienjarig jubileum bij Stadsgeldbeheer. Of nou ja, valt er veel te vieren? Het aantal daklozen is in die 10 jaar verdubbeld en de armoede gestegen. 10 jaar liberaal overheidsbeleid heeft zijn sporen achtergelaten. Toch zie ik positieve ontwikkelingen in mijn vak: de schuldhulpverlening."Systeemproblemen en maatwerk
Tien jaar geleden begeleidde ik Bianca en Ruben. Zij waren begin 20 en hadden een baby. Ze hadden schulden en werkten allebei erg hard om er vanaf te komen. Ondertussen probeerde ik hun inkomen op niveau te krijgen. Dat betekende stoeien met de Belastingdienst; zij verrekenden bijna alle toeslagen. Ontelbaar veel brieven heb ik gestuurd, en telefoontjes gepleegd. Op een gegeven moment verstuurde ik dezelfde brief maar naar verschillende afdelingen van de Belastingdienst, ik had niet het idee dat mijn schrijven ergens gelezen werd.
We hebben in Nederland een beslagvrije voet: als je schulden hebt dan mag de schuldeiser beslag leggen op bijvoorbeeld je inkomen. Maar je moet wel voldoende overhouden om je vaste lasten te kunnen betalen, anders ben je (soms letterlijk) verder van huis. Toch was er tot een paar geleden geen beslagvrije voet voor toeslagen van de Belastingdienst. En dit kon betekenen dat de Belastingdienst de huurtoeslag voor een volledig jaar kon verrekenen met openstaande vorderingen.
Vaak bleef er weinig leefgeld over en verwezen we cliënten door naar de Voedselbank, dat was ook het lot van Bianca en Ruben. Er ging dan ook een zucht door schuldenland toen de beslagvrije voet eindelijk gerespecteerd werd door de Belastingdienst. Er bleven helaas nog veel problemen over rond de toeslagen, maar deze stap was erg belangrijk voor schuldenaren.
Geldstress leidt tot onnavolgbare keuzes
Wat heb ik me vaak verbaasd over de rare bokkensprongen van mijn cliënten. Waarom kwamen ze niet opdagen bij afspraken, of veel te laat? Waarom raakten ze telkens weer hun huissleutel kwijt? Eén cliënt maakte het erg bont; haar hond, die ik ook een aantal keer ontmoet had, was overleden. Ik leefde mee en maakte het gevraagde geld voor de uitvaart over. Enkele maanden later vertelde ze me met hoogrode wangen dat het een leugen was geweest. Waarom logen mijn cliënten tegen mij over de reden van het aanvragen van extra geld? Waarom deden ze nou niet gewoon wat ik zei? Dan startten we de schuldregeling en waren ze er vanaf. De reden was en is: stress. Door (geld)stress doen mensen gekke dingen. De afgelopen 10 jaar is daar steeds meer aandacht voor gekomen, het boek ‘Schaarste’ van Mullainathan en Shafir (2013, aanrader!) heeft hier een belangrijke rol in gespeeld. Hulpverleners weten steeds beter hoe zij stress-sensitief moeten werken. We zijn er nog niet, maar het is niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk.
Van Guilt naar Debt
In het Nederlands is er één term voor schuld. In het Engels heb je er 2: guilt en debt. Ons hele denken over schuldenaren is de laatste 10 jaar opgeschoven van guilt naar debt. Waar we tien jaar geleden vonden dat mensen met schulden schuldig waren, en moesten boeten, staan we daar tegenwoordig pragmatischer in. Mensen met schulden hebben een probleem, en je moet ze zo snel mogelijk helpen. Beter voor de schuldenaar, maar ook voor de samenleving, want de schuldenindustrie kost ons als maatschappij ontzettend veel geld. Gemeente Utrecht draagt de gedachte ‘van guilt naar debt’ tegenwoordig enthousiast uit en ook in hun beleid laten zij dit zien. Zo kunnen Utrechtse schuldenaren nu in aanmerking komen voor een gedeeltelijke kwijtschelding.
Toekomst: voorkomen! Opheffen van Stadsgeldbeheer
De schuldhulpverlening is sterk in beweging: iedereen is doordrongen van de urgentie om de problemen op te lossen en de neuzen staan veel meer dezelfde kant op dan 10 jaar geleden. Dat is fantastisch voor schuldenaren, en toch zou ik graag een stap verder gaan. We hebben het nog te weinig over het voorkomen van de schulden. Volgens mij is het noodzakelijk om daar keihard aan te gaan werken. Een paar voorstellen:
- Zorg voor voldoende inkomen. Veel mensen houden het hoofd nét of niet boven water. De meeste schulden ontstaan doordat vaste lasten niet betaald kunnen worden: die zijn vaak hoog, met name in relatie tot de lage uitkeringen. We moeten er voor zorgen dat dit meer in balans komt.
- Het is nog steeds erg makkelijk om schulden te maken: de beste Stadsgeldbeheer consulent moet wel eens een stuk toeslag terugbetalen aan de Belastingdienst (maar heeft dat dan wel netjes gereserveerd staan natuurlijk ☺)
- Maar ook het afsluiten van leningen en het kopen en achteraf betalen (afterpay) werken schulden in de hand. Dit moet aan banden worden gelegd.
- Zorg dat financiële educatie een vast onderdeel van het leerplan van basisscholen wordt. Budgetteren kun je leren – maar doe dit dan wel van jongs af aan. Zorg dat leerlingen de basisscholen verlaten met financieel besef.
Ik hoop dat Stadsgeldbeheer over tien jaar niet meer bestaat. Omdat het niet meer nodig is omdat er geen schuldenaren meer zijn. Natuurlijk is dat een illusie, maar laten we met zijn allen vooral een visie hebben op een schuldenvrije toekomst. De bovengenoemde ontwikkelingen zullen daar ongetwijfeld aan bijdragen. En Bianca en Ruben? Die ben ik nog eens tegengekomen, een paar jaar terug. Ze zijn al lang cliënt-af. Ze hadden inmiddels goede diploma’s op zak, en de toekomst zag er een stuk beter uit. Client van Stadsgeldbeheer zullen ze nooit meer worden.
Jora Wolterink werkt bij Stadsgeldbeheer, onderdeel van de Tussenvoorziening. Stadsgeldbeheer helpt ongeveer 1200 mensen met financiële problemen. Dit zijn mensen die dakloos zijn of waren, of om een andere reden meer ondersteuning nodig hebben dan waar de reguliere schuldhulpverlening op is ingericht. De consulenten van Stadsgeldbeheer scheppen orde in de chaos, houden de schuldeisers op afstand en helpen de cliënten om hun geldzaken op termijn weer zelf te regelen.
Deze blog schreef Jora voor Straatnieuws Utrecht. Het bericht stond in editie 9, 2021. Verder lezen in Straatnieuws? Klik dan hier.