“Jullie spreken de taal van de doelgroep.”
5 augustus 2021
Jerreld Emanuel is Buurtteam medewerker in de wijk Ondiep in Utrecht. Hij helpt cliënten op allerlei leefgebieden. Hij heeft regelmatig met de Tussenvoorziening te maken. Bijvoorbeeld als hij cliënten doorverwijst of overneemt.“Ik ben generalist. Dat betekent dat ik mensen help in de brede zin van de hulpverlening. Denk aan huurachterstanden, overlast of problemen in het gezin. Het Buurtteam werkt op basis van meldingen. Dat betekent dat het initiatief in eerste instantie bij de cliënt of de aanmelder ligt. Veel mensen melden zich rechtsreeks bij ons aan. Anderen worden doorverwezen door bijvoorbeeld de huisarts, psycholoog of buurvrouw. Voorwaarde is wel dat ze openstaan voor ondersteuning.
Het duurt vaak lang voordat mensen hulp inschakelen.
Zeker met schulden wachten mensen soms wel 4 jaar voordat ze bij ons komen. Dan is het al bijna te laat. In zo’n situatie pak ik de ondersteuning op samen met een trajectbegeleider van de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Utrecht. Heeft de cliënt naast schulden ook andere ernstige problemen zoals een verslaving, psychiatrische problemen en moeite met het nakomen van afspraken? Dan schakelen wij de Tussenvoorziening in. Jullie spreken de taal van deze specifieke doelgroep en kennen de onvoorspelbaarheid van de levens van mensen die dakloos zijn geweest.
Sommige doorgewinterde cliënten zitten al jaren in de hulpverlening. Zij weten precies hoe ze mensen voor hun karretje moeten spannen. Het kost tijd om het vertrouwen van deze mensen te winnen. Ook moet je heel veel geduld hebben en positief kunnen blijven. Soms gaat het 20 keer fout voordat het goed gaat. Ik vind het knap hoe de hulpverleners van de Tussenvoorziening dat doen.
Onze samenwerking is een wisselwerking.
Wij sturen cliënten door naar de Tussenvoorziening en zij sturen ook cliënten naar ons door. Het gaat dan om mensen die zelfstandig wonen in de wijk en geen intensieve begeleiding meer nodig hebben. We werken dan met een overdrachtsdocument. Ook is er een preventie actieplan. Daarin staan de risicofactoren, wat de cliënt zelf kan doen en wat anderen kunnen doen.
Vervolgens plannen we een intakegesprek. Dat doen we met z’n drieën: de cliënt, de oude begeleider en ik. Daarna neem ik de begeleiding over. De oude begeleider blijft gedurende 3 maanden op de achtergrond aanwezig. Hij komt alleen naar voren als dat nodig is. Soms houden we langer contact. Bijvoorbeeld als de cliënt een terugval krijgt. Of als de financiën nog door Stadsgeldbeheer van de Tussenvoorziening worden geregeld. Dat is wel zo praktisch.”