Waarom bedacht ik het boodschappenfonds?
20 december 2022
Je suis een koopjesjager. Ik kom uit een familie van koopjesjagers. Mijn oma vertelde me op 95-jarige leeftijd nog met glinsterende ogen wat de originele prijs was van haar trui. Uiteraard niet de prijs die zij ervoor had betaald. Mijn moeder houdt de folders als geen ander bij en staat voor dag en dauw op om bij een winkel een klapper te maken. Ik ben hetzelfde.Voordat ik de kinderen uit school haal, maak ik even een pitstop bij de supermarkt. Want de boter is op. Eenmaal daar raak ik enthousiast: mijn favoriete vegaburgers zijn in de aanbieding, net als het wasmiddel. Ik gooi de kar vol en verlaat de winkel met een heel voldaan gevoel. Wel 15 euro korting! Mijn moeder zal trots op me zijn.
Appels of koekjes?
Voor cliënten van de Tussenvoorziening is zo’n supermarktervaring een ver van hun bed show. Veel van hen hebben schulden en leven daardoor op een sociaal minimum. Gezinnen ontvangen gemiddeld 120 euro leefgeld per week. En daarvan moeten zij alles betalen. Eten, sanitaire producten, kleding, cadeautjes, en buskaartjes, want het is zo koud. Ze zijn geoefend. Ze kijken naar de onderste schappen van de supermarkt, zij weten precies welke producten te betalen zijn. De voedselbank kennen ze vaak ook maar al te goed.
Als zij door een supermarkt maken zij moeilijke keuzes. ‘Koop ik die zak appels, zodat mijn kinderen 1 week iets mee naar school hebben, of koop ik die doos koekjes, waar we 2 weken mee kunnen doen?’
Boodschappenfonds
We zien de nood bij onze cliënten toenemen. De extraatjes zijn er al lang vanaf, en het spaargeld wordt gebruikt om van te kunnen leven. Om voor een beetje verlichting te zorgen zijn we in oktober gestart met het boodschappenfonds.
Het idee was simpel: Heb je als Utrechter een ruimer budget en wil je dat delen met iemand die krap zit? Maak dan een bedrag over aan het boodschappenfonds. Wij delen het dan weer uit aan onze cliënten.
De eerste grote giften kwamen van fondsen: het K.F. Heinfonds, RDO van Balije Utrecht, Stichting Elise Mathilde fonds, Henriettefonds en het Kansfonds droegen gul bij. Maar ook van particulieren begon het geld binnen te komen. Eerst waren dat mensen uit ons eigen netwerk die we via social media en de website benaderden, later kwamen daar mensen bij die hun energietoeslag van 190 euro wel konden missen. Inmiddels komen er zo’n 5 donaties per dag binnen. Vaak is dit precies die 190 euro.
Wat doen we met dat geld?
Dat delen we uit. Elke Tussenvoorziening cliënt ontvangt 50 euro. Óf op hun bankrekening, óf contant, óf een boodschappenkaart. De reacties laten zien dat het bedrag heel welkom is.
Een paar voorbeelden van de reacties:
‘Wat fijn man ik heb zeker wat nodig en vooral boodschap is me dagelijks zorg’.
‘Dat vind ik als oma natuurlijk hartstikke tof. Kan er toch een extraatje voor de kleinkinderen vanaf dit jaar. Groetjes’.
‘Zo lief bedankt voor die extra 50 euro ❤️’, ‘Bedankt heb ik echt nodig’ en ‘Ik ben er heel blij mee, het is allemaal zo duur’.
‘Yooo super bedank!’ ‘Respect’.
‘Leuk man, ik vind dat echt zo lief van jullie. Ik heb het tegen iedereen verteld die ik zag in de binnenstad. Ze zaten allemaal te kijken, zo van: “huh”….’
Structureel?
Is het een structurele oplossing? Dat is een vraag die me nu een paar keer is gesteld. Het antwoord: Nee, natuurlijk niet.
Mensen hebben te weinig inkomen om rond te komen, dat roepen wij (de Tussenvoorziening maar ook de Armoedecoalitie) al jaren. Het minimumloon is te laag, en de uitkeringen zijn daaraan gekoppeld. We zijn natuurlijk blij dat de toeslagen in 2023 stijgen en dat het minimumloon met 10% stijgt volgend jaar. (Nog steeds niet de door ons gewenste € 14 per uur, maar het is een start.) Maar we zien dat mensen in de stress zitten. Ik gun onze cliënten de mogelijkheid om zo nu en dan wat meer te kunnen inslaan. Om net als ik enthousiast door de supermarkt te lopen. Doe je mee?
Donaties nog welkom
Hoewel het heel goed gaat met het boodschappenfonds zijn donaties zeker nog welkom, nog niet álle cliënten hebben dit extraatje mogen ontvangen. Dus heb je wat over, kun je wat missen, weet dan het boodschappenfonds te vinden.
Over de auteur
Jora Wolterink is beleidsmedewerker bij de Tussenvoorziening.