De brief voor de koning

5 augustus 2016

En andere stappen die we hebben moeten zetten om Johan in een schuldenregeling te krijgen.

Deze week hingen de vlaggen met wimpels uit bij Stadsgeldbeheer want onze cliënt Johan werd toegelaten tot een minnelijke schuldenregeling. Dit heeft zo’n lange voorgeschiedenis gehad en zoveel uren werk gekost, dat we het niet ongemerkt voorbij kunnen laten gaan.

Johan werd eind 2012 door Humanitas van de bank van zijn zoon geplukt: hij was op dat moment al bijna twee jaar dakloos en zijn zoon bood hem onderdak. Johan was 60 jaar, heeft een IQ van 62, had twee huisuitzettingen, een WSNP (Wet Sanering Natuurlijke Personen, de wettelijke schuldenregeling) en een behoorlijke bijstandsfraude achter de rug. Maar het ergste waren zijn CJIB (Centraal Justitieel Incasso Bureau) boetes: vanwege vier onverzekerde voertuigen op zijn naam had hij in totaal € 12.000 aan verkeersboetes. Waar de voertuigen waren? Johan had geen idee, iets met een slopersbedrijf en een ex en vooral iets zonder vrijwaringsbewijs helaas. Kortom: een echte Stadsgeldbeheer cliënt en Humanitas meldde hem dan ook rap aan.

Kort na intake vond Johan gelukkig een woning, dus dat probleem was opgelost. Maar naast Humanitas kwam ook de Belastingdienst hem op het spoor en de aangevraagde zorg- en huurtoeslag werd keer op keer verrekend. In welke bochten de hulpverleners van Stadsgeldbeheer zich ook wrongen, op zijn rekening kwam het geld niet. Het resultaat was dat Johan moest zien rond te komen van geen of heel weinig leefgeld. Volgens de Gemeente Utrecht had hij geen recht op bijzondere bijstand voor de inrichting van zijn woning: hij kwam immers niet uit een daklozensituatie omdat hij bij zijn zoon sliep. Gelukkig is Johan een optimist en wist hij zich met duct tape en constructiekit door de moeilijke perioden heen te slaan. Versleten schoenen werden met stiften weer enigszins toonbaar gemaakt, Johan zag er altijd verzorgd uit en was altijd vrolijk. Uiteindelijk won Stadsgeldbeheer het gevecht met de Belastingdienst en ontving Johan na een jaar zijn toeslagen weer en kon hij weer wat ademen.

Ondertussen zorgden die vier voertuigen voor veel ellende. Na veel brieven aan het RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer) lukte het bij hoge uitzondering om de voertuigen van zijn naam te krijgen. Dus geen nieuwe boetes meer (een onverzekerd voertuig op naam kost € 300 en loopt in een jaar op tot € 1000), maar nog wel een schuld van € 12.000 waarvoor hij elk moment kon worden gegijzeld. Gijzeling door het CJIB houdt in dat iemand wel gedetineerd raakt maar dat zijn boetes na straf nog steeds staan: het is een dwangmiddel. Dit zwaard van Damocles drukte zwaar op Johan. Hij leefde constant in angst dat de politie hem kwam halen. We probeerden een betalingsregeling met het CJIB af te spreken maar het enige waar ze mee akkoord wilden gaan was een betaling van € 200 per maand. Johan kon € 50 missen dus dat bedrag zijn we eenzijdig gaan aflossen. De dreiging van gijzeling bleef.

We bezochten een advocaat, die ons aanraadde om een gratieverzoek bij de koning in te dienen. Het antwoord van de Koning- het ministerie van Veiligheid en Justitie- was dat deze boetes opgelegd waren door een computer en niet door een rechter. Daarom kon hij geen gratie verlenen. Pfoe, beetje krom. Veel grijze haren van Johan en zijn hulpverlener verder bezochten we een andere advocaat. Die spande een rechtszaak aan tegen de Officier van Justitie maar ook hij ving bot.

En toen, als een donderslag bij heldere hemel, besloot het CJIB dat WAHV-boetes (verkeersovertredingen) vanaf januari 2016 mogen worden ondergebracht in een minnelijke schuldenregeling tegen finale kwijting. Dat was voor Johan de oplossing die we enkel hadden durven dromen. Zeven maanden later zijn alle schuldeisers akkoord met het bemiddelingsvoorstel en begint de rest van Johans leven. Geldbeheer zal hij nooit meer zelf doen, zijn IQ zal immers nooit veranderen. Zijn positieve instelling hopelijk evenmin.

Jora Wolterink- Stadsgeldbeheer