Jules van Dam neemt afscheid van de Tussenvoorziening: “Mijn strijd tegen dakloosheid stopt niet”

29 augustus 2024

In september 2024 verlaat oprichter Jules van Dam de Tussenvoorziening na 31 jaar. Ook na zijn pensioen blijft hij zich inzetten om dakloosheid tegen te gaan. Zo is hij recent voorzitter geworden van FEANTSA, de Europese federatie van nationale organisaties die werken met dakloze mensen. Ook is hij betrokken bij een opvangorganisatie in Calcutta. Hoe neemt hij zijn Utrechtse ervaring mee naar Europa en India? En welke ontwikkelingen heeft hij gezien tijdens zijn 31 jaar bij de Tussenvoorziening?

Als lokale pionier begonnen

Toen Jules in de vroege jaren ’90 begon met de Tussenvoorziening, was de situatie in Utrecht schrijnend. Veel mensen sliepen op straat en in en onder Hoog Catharijne. De opvang was verouderd en niet in staat voldoende hulp te bieden aan de groeiende groep dakloze mensen.

De Tussenvoorziening begon met de Tussenbus, een klein initiatief om directe hulp te bieden aan de mensen op straat. Het groeide uit tot een veelzijdige organisatie met opvang, woonbegeleiding, activering en een divers hulpaanbod.

Jules staat bekend om zijn vernieuwende aanpak en visie. “Eigen aan onze aanpak is en was het om niet weg te kijken, en direct aan de slag te gaan. We willen zo snel mogelijk een dak boven het hoofd bieden, maar ook helpen hier een thuis van te maken. We hebben veel verschillende woonvormen opgezet, omdat ieder mens anders is.”

Niemand meer op straat

De betrokkenheid van Jules ging verder dan alleen de praktische uitvoering. Zo speelde hij een belangrijke rol in de beleidsontwikkeling in Utrecht. “Vanaf het begin hebben we aan beleidsbepalende tafels gezeten. Van de stuurgroepen met de gemeente tot samenwerkingsverband NEMO en met de woningbouwcorporaties. Altijd met het belang van dakloze mensen scherp op het netvlies.”

Dat leidde tot de (verdere) ontwikkeling van onder andere Housing First, gemengd wonen, schuldhulpverlening en ondersteuning voor sekswerkers. Maar het is vallen en opstaan. “Begin deze eeuw hebben we er samen voor gezorgd dat er niemand meer op straat hoefde te slapen. Alleen is het helaas daarna weer uit de hand gelopen”, vertelt Jules. “Waar we voorheen de problemen van de psychiatrie en de verslavingszorg oplosten, moeten we nu de problemen op de woningmarkt oplossen. En wel op een heel dure manier, zowel voor de maatschappij als voor dakloze mensen zelf.”

De lessen uit Utrecht voor Europa

Jules zette zich de afgelopen jaren met name in voor het verkrijgen van huisvesting voor dakloze mensen. “En dat is een vak apart, gezien de schaarste in Utrecht,” vertelt hij. Door zijn nieuwe rol bij FEANTSA kan Jules zijn inzichten en ervaringen nog meer meenemen naar Europees niveau. Lessen die hij meeneemt? “Dat het niet zo moeilijk is om dakloosheid op te lossen. Als we maar willen. Met woningen en een beetje geld voor begeleiding ben je al een heel eind. Er zijn genoeg voorbeelden uit bijvoorbeeld Finland, maar ook uit Utrecht en de andere G4 gemeentes in het begin van deze eeuw. Het is veel goedkoper om mensen een woning en een nieuwe kans te bieden dan ze te negeren of weg te stoppen. En het is uiteraard véél beter voor de mensen zelf.”

Recht op een thuis

Voor zijn afscheid vraagt hij aandacht voor één project in het bijzonder. “Sinds een paar jaar ben ik betrokken bij Iswar Sankalpa, een prachtig project in Calcutta in India dat zich richt op de meest vervuilde en verwarde buitenslapers. Ze zetten de lokale gemeenschap in om deze mensen te ondersteunen met aandacht, eten en soms kleding. Daardoor voelen de buitenslapers zich zichtbaar minder uitgerangeerd en blijven ze ook meer op één plek. Zo kunnen de social workers van Iswar contact met ze leggen en ze verder helpen. Ik heb voor mijn afscheid geen cadeaus gevraagd, maar een donatie voor Iswar.”

Hoewel Jules uitkijkt naar zijn nieuwe rol bij FEANTSA, blijft zijn band met Utrecht sterk. “Ik laat de Tussenvoorziening met een gerust hart achter. We hebben een krachtige organisatie, allemaal geloven we sterk in onze missie.” En wat hij voor Utrecht wenst? “Woningen, woningen, woningen. Want niemand hoort op straat en iedereen heeft recht op een thuis.”