Boze geesten

24 november 2020

Betty is procesbegeleider gemengd wonen. Onlangs draaide zij haar laatste dienst als individueel begeleider. Die dag kreeg een van haar cliënten een psychose. Wat doet dit met je als mens? Betty schreef er een blog over.

Het is zaterdag en na mijn dienst sluit ik het kantoor af. Mijn weekend begint, ik rijd naar mijn zus. Even bijkletsen. Als ik opstap om naar huis te gaan, word ik gebeld door een collega van de weekenddienst. Buurtbewoners hadden contact met hem opgenomen om te zeggen dat het niet goed gaat met een bewoner. Ik ben nog in de buurt, ik ga bij de bewoner kijken.

Wetende in welke staat ik hem aan kan treffen, hoop ik dat ik hem kan helpen. Ik bel aan en hij vraagt wie er is. Ik zeg mijn naam, hij doet gelukkig open. “Het gaat niet goed met me”, zegt hij en ik mag binnenkomen. Hij laat me zien waar op de grond de boze geesten liggen. Hij wijst aan waar op zijn huid hij nog voelt waar de vogelspinnen hebben gekropen. En waar de spin, onder zijn huid, nog steeds krioelt. Ik zie het niet.

Hij vertelt over de boze geesten die hem hebben bezocht. Ook laat hij zien welke schade ze hebben aangericht in zijn woning. Ik zie het ook. De spullen op de vloer, de vegen op de muur. “Ik deed het niet, dat waren zij”. Hij ruimt op wat de boze geesten hebben gedaan. Mijn hart huilt voor de chaos die hij, in deze staat, opruimt. En voor wat hij laat liggen, als bewijs voor de speciale politie eenheid, dat de boze geesten hem hebben bezocht.

Hij wil hulp. Ik zie de angst in zijn ogen. Hij voelt zich alleen. Ik blijf bij hem en bel de crisisdienst. Deze arriveert gelukkig al vrij snel. Samen luisteren we naar hem en kijken we naar het resultaat van wat deze psychose met hem heeft gedaan. We kijken naar de vogelspinnen op de grond, de vervloekte kussens van zijn stoelen. Wij zien het niet, maar we zien hem. Gelukkig wil hij mee voor een opname. Hij moet eten, drinken en slapen.

Zondag huilt mijn hart met hem. Voor de eenzaamheid die hij voelt, tussen de boze geesten die met hem zijn. En ook van de trots die ik voel, dat hij in deze angst de kracht heeft om zich te verzetten. Ik hoop dat zijn eigen geest deze psychose kan verslaan.