Majella wonen: van overleven naar participeren (deel 2)

20 januari 2020

Betty is individueel begeleider bij team Noordwest en begeleidde bewoners van Majella Wonen. Dit is een gemengd wonen project waarbij de begeleiding inmiddels is afgebouwd.

Na een jaar hard werken met cliënten en de woonvereniging, diende zich een andere fase aan. De fase van reflectie. Verschillende mensen in de woonvereniging, veelal reguliere huurders, hadden keihard gewerkt om allerlei activiteiten op te zetten. Hun doel? Een positieve vibe brengen en ondersteuning bieden. De tijd brak aan waarin de woonvereniging ons, de begeleiders, om hulp vroegen. Want hoe motiveer je cliënten in de maatschappelijke opvang eigenlijk tot participatie? En hoeveel participatie kun je verwachten in een woonvorm als deze?

Mensen die in de maatschappelijke opvang hebben gewoond, hebben vaak een zwaar en turbulent leven gehad. Zaten in de overlevingsmodus. Deze mocht langzaam losgelaten worden, maar dat was moeilijk. Dit bracht bij onze bewoners onrust mee. Er veranderden heel veel dingen aan clienten op een positieve manier. Ook zijn er stukjes die niet veranderden.

Ik weet nog dat ik op kantoor zat en er een reguliere huurder langskwam. Hij had last van bepaald gedrag van een bewoner. De huurder zei letterlijk: “We wonen hier nu al een jaar en hij is nog steeds niet normaal”. Toen drong het tot me door. Mensen dachten dat dakloosheid misschien wel het enige obstakel was en verwachtten herstel tot wat zij ‘normaal gedrag’ vinden. Er lag een taak voor ons: meer inzicht bieden in het leven van iemand die dakloos is geweest.

Sommige mensen hebben een beperking, een stoornis of aangeleerd gedrag wat moeilijk is te doorbreken. We wilden de reguliere huurders informeren over wat onze bewoners allemaal hebben overwonnen om hier te komen en over wat misschien altijd een aandachtspunt zal blijven. We speelden een verbindende rol tussen de reguliere bewoners en cliënten. Dat deden we door beide groepen meer informatie en uitleg te geven, door mee te denken over welke activiteiten bij onze doelgroep passen. Maar vooral ook door er te zijn. Fysiek aanwezig zijn in het kantoor in het pand.

Niet alle cliënten sloten aan bij activiteiten. Voor een aantal was de drempel te hoog. Daarom zetten we een kookclubje op en een koffie-inloop. Deze activiteiten werden goed bezocht. Er ontstond weer meer contact. Heel laagdrempelig konden mensen elkaar leren kennen en zien wat ze aan elkaar konden hebben. Uiteindelijk namen de bewoners, regulier én van de Tussenvoorziening, de verantwoordelijkheid voor organisatie van de koffie-inloop op zich. Het liep vanzelf. Fantastisch om te zien!

Ondertussen vergaderde het bestuur van de woonvereniging maandelijks en bleven de activiteiten doorgaan. Zo werd onder andere gezamenlijk in de tuin gewerkt en er werden fietsen opgeknapt. Niet elke bewoner, van zowel de Tussenvoorziening als regulier, hadden hier behoefte aan. Sommigen werden een maatje. Zo leerde een reguliere huurder een bewoner van de Tussenvoorziening fietsen en werd er voorgelezen voor kinderen. Ook was er een bewoner, een jonge man. Hij had weinig zin in interactie, maar bracht wel zijn oudere buurman zo nu en dan een bordje eten. Dat is toch fantastisch? Die kleine dingen, die maken je een goeie buur?!

Gezamenlijke kerstlunch

Klaar voor de koffie-inloop

Tuintje aanleggen