Nico over 27 jaar gemengd wonen: “Hier nemen mensen een andere rol aan dan ex-dakloze”
10 december 2025
Gemengd wonen betekent wonen op een plek waar je welkom bent. En dat werkt. Wie ons daar alles over kan vertellen is Nico Ooms. 27 jaar lang zette Nico zich in voor deze bijzondere woonvorm. Nu zijn pensioen nadert, blikt Nico terug. Wat maakt deze woonvorm zo succesvol? En wat zijn belangrijke lessen?Opvang van dak- en thuisloze mensen in bestaande wijken levert vaak weerstand op bij bewoners. Het inspireert politicus Ab Harrewijn tot een andere aanpak. “Ab had een totaal nieuwe kijk op de opvang”, vertelt Nico. “Hij zei: waarom draaien we het niet om? Eerst dakloze mensen ergens vestigen, en dán geschikte buren vinden die gemotiveerd zijn er een fijne buurt van te maken.” Zo start in 2003 in Leidsche Rijn een van de eerste gemengd wonen-projecten ’t Groene Sticht.
Nico komt in eerste instantie als zo’n geschikte buur in aanraking met ’t Groene Sticht. Na zijn aanmelding blijkt dat ze er nog een projectleider zoeken. Het sluit mooi aan op Nico’s jarenlange ervaring in het opzetten van woon-werkgemeenschappen en hij wordt aangenomen. “Omdat er bij ’t Groene Sticht toen nog koeien in de stal stonden, kon ik kantoor houden bij de Tussenvoorziening. Vanaf 2011 ben ik ook gemengd wonen-projecten gaan ontwikkelen voor de Tussenvoorziening, in totaal achttien.”
Gelijkwaardige buren
De belangrijkste reden dat gemengd wonen werkt, is dat mensen ergens welkom zijn. Dat is wennen voor cliënten, vertelt Nico. “Hier worden ze echt gezien, dat zijn ze helemaal niet gewend. Op straat zijn ze jarenlang genegeerd, en uit zelfbescherming kijken ze zelf ook vaak weg. Hier worden ze aangekeken, serieus genomen, iemand belt bij ze aan of de muziek zachter mag. Dan ben je gelijkwaardige buren. Je neemt dan een andere rol aan dan ex-dakloze, dat is heel heilzaam.”
Vanaf 2013 wordt gemengd wonen als concept verder geprofessionaliseerd. “Dat was naar aanleiding van een vraag van Hans Spekman tijdens een conferentie. Hij zei: mooi dat dat mengen zo goed werkt, maar waarom zien we het dan niet op meer plekken? Het zette iets in beweging. Maar om het uit te kunnen breiden, moesten we beter onderbouwen: hoe werkt gemengd wonen precies? Domweg mensen bij elkaar gooien en hopen dat het goed gaat, werkt niet. Je moet het organiseren.”

Van tijdelijk naar permanent
Zo opende niet lang daarna in Overvecht de eerste locatie geïnspireerd op ‘t Groene Sticht. “Bij Parana konden mensen tijdelijk wonen, maximaal 2 of 3 jaar. We leerden al snel dat dat tijdelijke een handicap is van gemengd wonen. Mensen die dakloos zijn geweest, zijn al vaker al hun contacten kwijtgeraakt, dat kan traumatisch zijn. Als ze weten dat ze ergens kunnen blijven, kijken ze anders naar hun omgeving. Zeker als die omgeving dan ook nog positief op ze reageert.”
Een belangrijk kantelpunt komt bij gemengd wonen-project Majella Wonen in 2016. “Voor het eerst konden mensen daar permanent wonen. Het was het eerste écht succesvolle gemengd wonen-project van de Tussenvoorziening. Wij bleven daar 3 jaar, en in die tijd bouwden we de begeleiding geleidelijk af. We investeerden wel veel tijd in het opzetten van een woonvereniging, om een hechte gemeenschap te creëren die het zelfstandig kan voortzetten.”
Groeiende gemeenschap, meer veiligheid
Dat werkt. Het succes komt volgens Nico vooral door de gemotiveerde groep huurders. “Destijds raakte je nog je hele inschrijftijd kwijt als je in een sociale huurwoning kwam. Daarmee hadden we een groep die heel gemotiveerd was om er wat van te maken.” Al snel ontstaat er een groepsapp, bewoners knappen een verwaarloosd speelplaatsje op en leggen tuintjes aan. “Ook onze cliënten zetten zich daarbij actief in. Een van onze begeleiders zei aan het begin: mijn cliënt woont hier prima, maar die gaat nóóit wat doen. Na anderhalf jaar was hij een van de trekkers van de tuintjes.”
Ook buren van Majella Wonen sluiten zich aan bij de groepsapp. De gemeenschap groeit en de criminaliteit in de buurt neemt af. “Toen we daar kwamen, was het geen fijne buurt, veel diefstal en rottigheid. Met de betrokken partners hadden we een maandelijks afstemmingsoverleg. De wijkagent die daar ook altijd bij aanwezig was, kwam op den duur niet meer. Hij zei: ik heb niks te melden, het gaat hier hartstikke goed.”

Op eigen houtje verder
Zo zet Nico in de loop van de jaren meerdere zelfstandig draaiende woonprojecten op. “Ook nadat wij ergens weg zijn, blijven we verbonden met de locatie. Als er een bewoner van ons weggaat, mag er een nieuwe cliënt van ons in. Op die manier creëren we plekken in de stad waar mensen goed geleerd hebben om met onze mensen om te gaan.”
Het gaandeweg loslaten van een woonproject kan een uitdaging zijn, is Nico’s ervaring. “Vooral bij woningcorporaties zie ik aarzeling om hun inzet af te bouwen. Zelf vind ik dat loslaten niet zo spannend. Mensen hebben geleerd om op een goede manier naast elkaar te wonen, en geven dat weer door aan nieuwe bewoners.”
Dezelfde taal spreken
Nico gaat met pensioen, maar laat gemengd wonen nog niet los. “We hebben onze eigen leergang Gemengd Wonen ontwikkeld, en daar ga ik volgend jaar nog mee door. De leergang is bedoeld voor medewerkers van woningcorporaties, maar ook voor medewerkers van zorginstellingen en gemeenten. Het is belangrijk dat we allemaal dezelfde taal spreken.” Met een gerust hart geeft Nico het stokje door. “Gemengd wonen is echt een manier van kijken, en die is geland in de Tussenvoorziening. Dat verdwijnt niet als ik weg ben.”

Over gemengd wonen
Gemengd wonen gaat over woonprojecten waarbinnen verschillende groepen mensen doelbewust en in een georganiseerd verband samen wonen, contact onderhouden en soms ook gezamenlijk activiteiten ondernemen. In de kern gaat het om mensen die een ‘goede buur’ voor elkaar willen zijn.
Meer weten?
- Projectleider Betty Korssen blikt terug op 3 jaar gemengd wonen bij LIVIN: “Zij blijven, wij gaan, in plaats van andersom”
- Betty over de kracht van gemengd wonen bij Majella: “Het geheime ingrediënt van een succesvolle wooncommunity is dat iedereen accepteert dat er wel eens ruzies zijn, of moeilijkheden. Het hoeft niet perfect.”